De groenen in OCMW-land

vrijdag, december 22, 2006

Speech op afscheidsdiner 21 december 2006

Beste voorzitter,
Beste secretaris,
Beste raadsleden,

Albert, André, Bart, Carlos, Daniël, Eric, Georges, Immanuel, Luk, Marie-Roos, Martine, Patrick, Ria

Jawel, alle voornamen juist, en in alfabetische volgorde.

Het is waarschijnlijk nogal ongewoon dat iemand van de raadsleden, en dan nog iemand van de oppositie het woord neemt. Het is dan ook een ongewone avond die een ongewone periode afsluit. Nood breekt wet, dus…

Ik herinner me nog levendig ons eerste etentje na de eerste zitting van deze OCMW-raad. Het moet in april 2001 geweest zijn. Ik zal niet opsommen wat er in het 2001 allemaal gebeurd is.
Eén ding toch, om in de voetstappen van de voorzitter te treden: er was 11 september. Twee torens, twee pijlers van het westen stuiken in elkaar, op enkele minuten, seconden tijd. Dan hebben wij er vanuit de oppositie toch net iets langer over gedaan om de twee pijlers van het OCMW onderuit te halen…

Terug naar april 2001. We sloten de avond af met een etentje in één van de rusthuizen. Op het einde van de avond, deed André zijn toer. Ook bij de nieuwtjes, de groentjes van de raad. André kwam zeggen dat het er op de OCMW-raad altijd zo gemoedelijk en familiaal aan toe ging. Dat we een groep vrienden moesten worden. En dat ik altijd vragen mocht en moest stellen.

Vooral dat laatste heb ik ter harte genomen. Meer dan velen onder jullie lief was wellicht. En gek genoeg, door te doen wat André mij gezegd had: vragen stellen, zijn wij

beste raadsleden,

nooit goede vrienden geworden. Met de één klikt het natuurlijk altijd beter dan met de ander. Maar we hebben de laatste zes jaar menige strijd gestreden. Wat we mee gemaakt hebben was een clash van generaties en van politieke cultuur, eerder dan van partijpolitieke programma’s en ideologie. Het ging wezenlijk over de manier van aan politiek doen. Wat ik (en ik denk een hele nieuwe generatie aan jonge politiekers) belangrijk vond en vind is openheid van bestuur, is een beslissing op basis van dossier, is een beslissing gedragen door de organisatie.

Dit wordt treffend geïllustreerd door het rapport van de externe audit. Ik beschouw dit rapport als mijn belangrijkste politieke bijdrage, als mijn politiek testament. Ik zou het zelf niet beter geschreven hebben. Maar ik ben natuurlijk ook stukken goedkoper.

Collega’s,

Ik wou vanavond het woord nemen. Niet om jullie nog eens de les te lezen. Al heb ik dit hier net misschien wel weer gedaan.

Er zit een soort klein schoolmeesterke/pastoorke in iedere groene, dat weten jullie wel.

Ik wou en wil jullie dus niet de les te lezen.

Ik wil jullie allen vooral mijn oprecht respect te tonen.
Waarmee ik ook meteen aangeef dat respect niet door één partij kan geclaimd worden.

We waren het vaak niet eens maar elk van jullie heb ik toch gewaardeerd:
- De tomeloze inzet voor de mensen van de voorzitter. Want hij is toch in de eerste plaats een mensenvriend. Altijd bezig met mensen, voor mensen.
- De deskundigheid en de hardnekkigheid van de secretaris. Een tegenstander van formaat.
- De inzet van vele van de OCMW-raadsleden in vele sociale organisaties. Ik zal ze niet allemaal opnoemen, want ik ken ze niet allemaal. Maar hoofdvogel en symbool voor deze inzet is wellicht Marie-Roos en haar tomeloze inzet voor Graancirkel.
- De felheid waarmee het OCMW door elk van jullie telkenmale verdedigd werd.

Het is de laatste zes jaar wellicht niet altijd gebleken, en daarom wou ik dit vanavond zeker goed maken: lang niet alles was/is slecht. Ge ziet, ik ben katholiek opgevoed, dit lijkt wel bijna een biecht. Maar dan geen verplichte biecht. Ik meen ze zeer oprecht. Hoed af voor elk van jullie.

Beste raadsleden,

Ik vermoed dat de voorbije legislatuur niet de meest onbesproken periode uit de OCMW geschiedenis zal geweest zijn. We hebben als raad een breukmoment meegemaakt. En breken gaat altijd gepaard met het nodige gedonder.

Na een fikse donderbui is er altijd ongelooflijk veel zuurstof in de lucht. De hele wereld ruikt dan naar nieuwe kiemkracht. Ik denk dat ik, mede namens jullie, het OCMW, ons OCMW, het allerbeste mag toewensen.

Mag ik jullie tot slot ook zowel in de politiek als in jullie persoonlijk leven het beste toewensen. Het ga jullie allemaal goed.

Dank.

Eddy